DE drie vragen
- Aranka Copy Keet
- Nov 25
- 3 min read

Wanneer je op een eiland woont, lijkt dat in sommige opzichten een beetje op wonen in een dorp. Iedereen kent wel iemand die jou kent via een buurman van een nichtje van iemand die ooit een plant van je tante heeft overgenomen. Maar sociaal? Op Curaçao werkt het nét even anders.
Of ik nu praat met eilandbewoners, toeristen of stagiaires: er is een grote kans dat DE drie vragen voorbij komen. Altijd met hetzelfde doel: even aftasten wat voor vlees men in de kuip heeft. Deze vragen krijg je in een Haarlemse kroeg – waar ik vandaan kom – nooit. Daar vraagt men hooguit of je nog “een bakkie” wilt, of waar je je jas hebt gelaten.
Maar hier? Op Curaçao begint men graag met een kleine identiteits-check.

1. “En wat doe jij hier?”
Sommige mensen openen zonder enige warming-up. Ze zeggen hooguit hun naam en hop, gelijk erin:
“Enne, wat doe jij hier eigenlijk?” Op Curaçao dus. Niet op dat moment aan de bar. Gewoon: jouw bestaansrecht op het eiland.
Omdat ik DE drie vragen inmiddels honderden keren heb gehoord – en beantwoord – en omdat sarcasme één van mijn primaire talen is, reageer ik meestal met één van deze drie klassiekers:
“Hoezo? Moet ik weer weg dan?”
“Nou, eigenlijk zo min mogelijk.”
“Deze beweging voornamelijk.” - wijl een slok nemende uit mijn blauwe Yeti beker met rum.
De reactie is altijd hetzelfde: “Nee ja, dat bedoel ik niet…” Dat weet ik. Maar hé, niet iedereen hoeft meteen de complete handleiding van mijn bestaan te krijgen.
Na een beetje aftasten voel ik vanzelf of iemand aan kan dat ik SEO copywriter, Webdesigner en parttime comedian ben. Anders laat ik ze lekker in het ongewisse. Plezant voor ons beiden.
2. “Hoe lang ben je hier?”
Belangrijk: hiermee bedoelen mensen niet hoe lang ik al wacht op een drankje. Het gaat om: hoeveel jaar woon jij op Curaçao?
Ook zo’n vraag die je in Amsterdam alleen krijgt als je eruitziet alsof je per ongeluk tussen de expats van de Zuidas terecht bent gekomen.

Mijn standaard reactie?
“Lang is een breed begrip. Toen ik hier één jaar woonde, zeiden mensen: ‘Oh? Pas een jaar?’ Ja MoFo, maar in dat ene jaar heb ik wel drie levens (en levers) geleefd. Nu woon ik hier meer dan 15 jaar en zeggen mensen: ‘Wow al zooo lang?!’ Terwijl ik mensen ken die hier al vanaf de ijstijd bivakkeren.”
Soms denk ik dat er onder de Nederlandse locals een stille competitie gaande is: Wie woont hier het langst? Wie is het meest geïntegreerd? Wie spreekt het beste
Papiaments?
Ik spreek Papiaments overigens vloei-baar.
3. “Hoe ben je hier terechtgekomen?”
Dit gaat niet over mijn vervoermiddel die avond (waarschijnlijk scooter). Het gaat om: waarom ben jij op dit tropische eiland verzeild geraakt? Nou, zeilen is een mooi bruggetje naar mijn standaard antwoord.
“Ik ben in 2010 aangespoeld en Greenpeace heeft me niet teruggegooid.”
Perfecte timing om naar mijn doorweekte handdoek te wijzen die altijd over mijn schouder hangt. Want let’s face it: meestal ben ik tijdens happy hours / uitgaan een wandelende fontein.

Bonusvraag die ik zelf stel: “Hoe lang blijf je hier?”
Dit is mijn eigen checkvraag. Niet omdat ik mensen wil doorlichten, maar omdat ik graag weet of een gesprek een potentiële vriendschap is… of een tijdelijke eiland passant.
Bij toeristen of stagiaires is het meestal: “Ja, drie maanden.” “Ok, prettig kennis te maken, ayoli.”
Tuurlijk kan het leuk zijn, maar langdurige vriendschap? Wordt lastig. Want…
De vloek van het eiland
Klinkt dramatisch, maar ik bedoel eigenlijk: mensen komen en gaan. Altijd. Doorlopend. Als een vliegveld zonder pauze. Investeer ik in een leuke nieuwe vriend(in) en dan: floep, weg.
In die momenten heb ik dus haat aan Hato. Elke keer opnieuw. Zoals het spreekwoordelijke afscheid luidt: “Als ik je niet meer zie, schrijven doe ik ook nie.”
Eindstand: je kunt best met mij lachen
Een introductiegesprek met mij scheidt meteen het kaf van het koren.
Je denkt: wat een lijpo, ik loop snel door. of
Je denkt: wat een lijpo, daar kan ik het wel mee vinden!
In beide gevallen: ik vind het prima. Maar hé, als je blijft plakken… dan ben je misschien wel team #HouOpMetMe-materiaal.

